Wie zijn wij?
Graag stellen wij ons kort even voor zodat u een beeld heeft van de studenten die het onderzoek hebben uitgevoerd.
Rebecca Jean
Wanneer ik voor de klas zal staan wil ik psychiatrisering tegengaan door met een brede kijk naar mijn leerlingen te kijken. Ik wil rekening houden met de noden van elk kind, maar wil hierbij de hele klas betrekken en ervoor zorgen dat alle leerlingen samen geholpen kunnen worden.
Laura Ghys
Als leerkracht wil ik psychiatrisering tegengaan door een open en begripvolle houding aan te nemen tegenover leerlingen met een label. Deze houding wil ik ook doorgeven aan mijn leerlingen. Ik vind het belangrijk mezelf niet te beperken, maar in mogelijkheden voor dat ene kind en de rest van de klas te denken. Het kind dient niet verengd te worden tot zijn label, een kind is veel meer dan dat en heeft even veel recht op optimale leerkansen. Deze wil ik in overleg met de zorg, ouders en het kind zelf creëren.
Zéna Gosselin
Als juf Zéna wil ik psychiatrisering uit de weg gaan door een bewandelbare weg uit te stippelen voor alle betrokken partijen. Dit wordt mogelijk gemaakt door verbindend te communiceren.
Ibn Willems
Ik wil psychiatrisering mijden door te werken aan een warme veilige klas waar iedereen zich goed voelt, door in gesprek te gaan met de leerlingen en te werken aan de groepsvorming. Voor alle kinderen is het belangrijk dat ze zich goed voelen in de klas, voor kinderen met een label is dit extra belangrijk.
Hoe staan wij tegenover psychiatrisering?
​
De motivatie voor het onderzoek naar psychiastrisering is afkomstig uit de literatuurstudie die eraan voorafging. Alvorens we aan deze taak startten, wisten we weinig tot niets over dit thema en wat het net inhield. Gaandeweg zochten we meer en meer informatie op en deden we schokkende ontdekkingen. Deze ontdekkingen vormden de belangrijkste drijfveer om iets te willen veranderen aan de toenemende psychiatrisering.  
​
Allereerst waren we enorm verbaasd door de invloed van de farmacie op dit hele gebeuren. Of een kind al dan niet een diagnose krijgt toewezen, is afhankelijk van de mate waarin hij voldoet aan de kenmerken beschreven in de DSM-V. De kenmerken in DSM-V zijn over het algemeen vaag geformuleerd waardoor diagnostici deze kenmerken op hun eigen, subjectieve manier kunnen interpreteren. En niet te vergeten, de normen met betrekking tot de psychische aandoeningen die in de DSM beschreven staan, werden kortelings verlaagd.  Daarbovenop komt dan nog eens dat de gids werd opgesteld door mensen die ver verwijderd staan van de eigenlijke onderwijspraktijk én die financieel gesponsord werden door de farmacie. Hierdoor kan je gaan twijfelen aan de betrouwbaarheid van een diagnose. Critici spreken hier van wetenschappelijke manipulatie. 
​
Hoewel de DSM-V door velen reeds in vraag wordt gesteld en er wordt getwijfeld aan de betrouwbaarheid ervan, blijft deze een maatstaf om een diagnose te stellen. Kinderen krijgen een diagnose en aan de hand daarvan krijgen zij de ‘gepaste’ medicatie voorgeschreven. Op deze manier houdt de farmacie de DSM-V in stand. Want zonder DSM-V, geen diagnose, en zonder diagnose geen medicatie en redelijke aanpassingen in de school, en zonder medicatie blijft de farmaceutische sector op dit gebied niet langer bestaan.  
​
Dit alles in rekening gebracht, kan je dus wel stellen dat de DSM-V en de farmacie beiden verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van diagnoses, labels en ‘stoornissen’, zoals zij het vaak beschrijven. Naar verluid draagt de vervrouwelijking hier ook mee aan bij. 
​
Datgene wat naar onze mening de meeste aandacht trekt, is het feit dat ons huidig zorgsysteem volledig gebaseerd is op de DSM-V. Aangezien de authenticiteit van deze gids in vraag wordt gesteld, stellen we ons ook de nodige vragen bij de betrouwbaarheid van ons zorgsysteem. Ons zorgsysteem werd namelijk georganiseerd op een volledig onbetrouwbaar gegeven. Het is dan ook daarom dat we deze problematiek willen aanpakken. Hiervoor rekenen we op de leerkracht en de rol die hij/zij in het onderwijs opneemt…