Rol als leerkracht
Welke rol nemen leerkrachten op zich betreffende de psychiatrisering in het onderwijs?
Het antwoord op onze onderzoeksvraag maakt ons duidelijk dat we als leerkracht aandachtig moeten zijn voor wat er schuilgaat achter een label. Het maakt dat we er niet al te veel belang aan moeten hechten, behalve in die mate dat het kan bijdragen in de zoektocht naar maatregelen die een kind of de klaswerking kunnen ondersteunen. Uiteindelijk is zo’n label vaak niet meer dan een benoeming van een paar eigenschappen die binnen een bepaalde context als storend of problematisch worden ervaren door het kind of vaker nog, door de omgeving. Soms kan een label helpen in de zoektocht naar nuttige en werkbare maatregelen, maar vaak is het een pad die we als leerkracht samen met de leerling, de ouders en eventuele zorg moeten bewandelen.
De belangrijkste zaken om in het achterhoofd te houden:
-
Labels zijn een beschrijving van een aantal eigenschappen en zeggen zelden iets over de oorzaak van het probleem.
-
Labels zijn niet altijd betrouwbaar.
-
Labels zijn vaak maar van toepassing binnen een bepaalde context, op een bepaald moment of een bepaalde plek.
-
Bij kinderen met een andere culturele achtergrond daalt de betrouwbaarheid van diagnoses nog meer. (Omdat sommige diagnose-instrumenten toch wel een verdoken talig of cultureel aspect hebben)
Verder is één van de grootste problemen die naar voor kwam bij de diagnostisering a.d.h.v. de DSM-V, dat de labels een werkelijkheid vormen en een gelijke waarde hebben gekregen als een ziekte die benoemd wordt. Bij een ziekte heb je symptomen en zijn de oorzaak en mogelijke remedies meestal gekend, terwijl dit bij de DSM niet het geval is. Daar zijn labels vaak niet meer dan een verzameling van symptomen. De oorzaak van deze symptomen en mogelijke oplossingen zijn niet zo eenvoudig en ook niet altijd dezelfde. Het is dus aan de leerkracht, ouders en zorgverleners om op zoek te gaan naar welke omstandigheden deze eigenschappen uitlokken en op welke manier eraan gewerkt moet of kan worden. Het label plakken geeft soms onterecht het gevoel dat iets onveranderlijk is en dus maar aanvaard moet worden. Hierdoor krijgen leerlingen maatregelen die het makkelijker maken voor de omgeving om ermee om te gaan, maar daarom niet helpen voor de leerling zelf.
Kortom, we moeten labels met een korrel zout nemen en in overleg met de betrokkenen opzoek gaan naar manieren om samen aan problemen te werken. Hierbij moeten we de gekozen hulpmiddelen af en toe opnieuw evalueren om te bepalen of nieuwe maatregelen nodig zijn of aangepast moeten worden in hun intensiteit.
Wat zeker wel helpt in de meeste gevallen van leerlingen met labels om met hun problematiek om te gaan, is het verhogen van hun algemeen welbevinden en hun welbevinden binnen de klas en de school. Dit heeft trouwens bij alle leerlingen een positief effect op hun schoolbeleving en hun leervermogen. Daarom vinden we het belangrijk om te werken aan een fijn leef- en leerklimaat in de klas en op school.
Samen met het team, de klas en de school streven we ernaar om alle leerlingen zo goed mogelijk te ondersteunen. Wanneer er specifieke maatregelen genomen moeten worden, streven we ernaar deze te bepalen in overleg met alle betrokkenen. Dit steeds met de focus op het kind en zijn talenten en met aandacht voor de omgeving. Wat heeft deze leerling nodig om binnen deze context verder te kunnen? Op die manier willen we gaan voor een interactieve en probleemoplossende aanpak. Labels hebben daar enkel een plek in wanneer het de leerling kan helpen of het absoluut nodig is om de juiste zorg te kunnen verlenen.
Er zijn veel meer labels dan vroeger en de voorwaarden om een label te krijgen zijn over het algemeen versoepelt. Ouders en leerkrachten durven ook sneller om een diagnose te vragen wanneer een kind zich afwijkend van de norm gedraagt of het niet aan hun verwachtingen voldoet. We kunnen dus verwachten dat steeds meer kinderen labels gaan krijgen. Leerkrachten kunnen daar verschillende rollen in opnemen. Om te beginnen het kritisch staan tegenover die labels zoals hierboven beschreven. Daarnaast moeten we het ook gaan normaliseren en de boodschap uitdragen dat een label maar een label is en je niet maakt wie je bent, of toch zeker dat het niet alles bepalend is. Daarop verder gaand, is het zeker ook belangrijk dat we als leerkracht ons kritisch durven uitlaten over labels en de DSM, waarop ze gebaseerd zijn. Door er over te praten en ons er kritisch tegenover op te stellen, kunnen we hopelijk een kentering teweeg brengen in de maatschappij waardoor een verandering van aanpak en een kijk voorbij labels en de DSM mogelijk worden.
Verder zetten we leerkrachten aan tot het doen van meer zelfreflectie. De leerling is niet altijd de oorzaak van het label dat op hen geplakt wordt. Ouders en leerkrachten schuiven vaak de oorzaak naar de leerling in plaats van eerst naar zichzelf te kijken (bijvoorbeeld: een leerling met ADHD gaat in de klas bij juf X gediagnosticeerd worden met ADHD terwijl die leerling met ADHD in de klas bij juf Y, helemaal geen gedrag vertoond van ADHD omdat daar aanpassingen zijn voor die leerling. Een aanpassing in dit voorbeeld is dat de leerling in de klas van juf Y altijd mag rechtstaan achter de schoolbank terwijl de leerling bij juf X dat niet mag).
Hier moeten we beducht voor zijn:
We moeten ervoor zorgen dat we onze blik openhouden voor een zorgstructuur die het mogelijk maakt om kinderen zoveel mogelijk te ondersteunen. Handelingsgericht werken binnen een duidelijke structuur die begint met de brede basiszorg en met ondersteuning op maat wanneer nodig, is daar ideaal voor. We moeten vooral onthouden dat zorg geen alles of niets verhaal is, maar dat zorg kan variëren in aanpak, intensiteit en duur afhankelijk van de noden van het kind op dat moment.
Omdat we ons nu heel kritisch opstellen ten opzichte van de DSM en de diagnoses die aan de hand van deze handleiding gesteld worden, zullen we ook moeten oppassen dat we daar niet te ver in gaan. Het is nog steeds zo dat een deel van de zorgmiddelen pas worden toegekend wanneer een leerling een label krijgt. Hoewel we ervoor kunnen ijveren om die labels te beperken wanneer ze niet nodig zijn, moeten we ook oppassen dat we kinderen die bepaalde zorg nodig hebben deze niet ontzeggen omdat we hen een label willen besparen. Binnen handelingsgericht werken en een handelingsgerichte diagnostiek is echter wel ruimte voor een kritische blik ten opzichte van labels, terwijl de zorg van leerlingen gewaarborgd wordt. We zullen op zo’n momenten dan ruimte moeten laten om een diagnostisch expert zijn werk te laten doen en hem te ondersteunen in het onderzoek naar de mate waarin een label nodig en terecht is.
Pinterest. (z.d.). Pinterest. Geraadpleegd 3 juni 2021, van https://www.pinterest.com/